Een SEAT produceren heeft heel wat voeten in de aarde. Het proces begint om vijf uur ’s ochtends in de fabriek in Barcelona, waar 2.000 robots en 1.700 medewerkers in iets meer dan een minuut een carrosserie in elkaar zetten. De choreografie van die Industry 4.0-dans is als volgt.
Duizenden metalen armen zwaaien gecoördineerd heen en weer en kunnen tot wel 2.300 onderdelen per dag verwerken. Ze werken 24 uur per dag en hebben verschillende functies, uiteenlopend van het lassen van carrosseriedelen en het assembleren van portieren tot aan het nameten van toleranties.
Niet alle robots zijn hetzelfde. De kleinste zijn iets meer dan een meter hoog, terwijl de grootste richting de zes meter gaan. Sommige zijn oranje, andere zijn geel. Sommige zijn uitgerust met grijpers, andere hebben alleen maar sensoren. Ze zijn echter allemaal relatief licht en veelzijdig en kunnen tot wel 700 kilogram dragen.
De meeste robots kunnen zich bewegen over zes assen, zowel verticaal als horizontaal op rails en roteren over 720 graden. Iedere robot kan zo per dag tot wel 16.000 puntlassen zetten op de carrosserieën van auto’s in aanbouw.
Een team van 390 mensen houdt de robots in de gaten. Ze kunnen vanuit een controlekamer de status van alle machines zien en de werking ervan afstemmen met de rest van het productieproces.
De Industry 4.0-dans wordt niet uitgevoerd door robots alleen. Dankzij de samenwerking van mens en machine kan SEAT iedere 68 seconden een carrosserie construeren. De laatste inspecties worden altijd uitgevoerd door fabrieksmedewerkers.
De robots nemen de medewerkers van vlees en bloed niet alleen het saaie en zware werk uit handen, maar zijn ook nog eens enorm veelzijdig en nauwkeurig. Ze transporteren onderdelen van de ene locatie naar de andere en kunnen lassen, bouten aandraaien, lijm aanbrengen en afwijkingen meten tot zelfs twee tiende van een millimeter.